Tips en Trucs
Februari 2014 – Op verzoek komen LOK-techneuten in uw gebouw om geluid en beeld apparatuur te beoordelen.
Veel metingen die worden uitgevoerd door de LOK geven dezelfde fouten of tekortkomingen aan.
Veel voorkomende klachten zijn:
- Slechte tot zeer slechte verstaanbaarheid
- Rondzingen van de installatie
- Een niet goed werkende ringleiding
- De installatie produceert teveel ruis
- Microfoons kraken/vervormen of werken helemaal niet
- Kerkradio / kerktelefoon is te hard of te zacht of werkt helemaal niet.
- Tijdens gemeentezang is de voorganger hoorbaar op kerkradio / kerktelefoon en opnames.
- Het cassettedeck jankt of werkt helemaal niet meer.
Oorzaken volgens de technische Commissie:
De installatie is geïnstalleerd door een plaatselijke installateur uit de kerkelijke gemeente. Deze is veelal niet deskundig op audiovisueel gebied. Lage kosten worden belangrijker gevonden dan kwaliteit van de geluidsinstallatie. Omdat achteraf de problemen zichtbaar worden is een goede voorbereiding zeer gewenst. Hieronder hebben we veel gestelde vragen neergeschreven. Maar u kunt ook altijd contact opnemen met de LOK voor onafhankelijk advies.
Veel gestelde vragen bij het installeren van een geluidsinstallatie:
- Welk type versterker moet worden gekocht? Analoog of digitaal?
- Moet er een zg. sfeer microfoon worden toegepast?
- Hoeveel microfooningangen zijn er nodig?
- Moeten de microfooningangen zijn gebalanceerd?
- Is de versterker voorzien van een fantoomvoeding?
- Is dit per kanaal in- en uit schakelbaar? Kun je condensator en dynamische microfoon gebruiken?
- Waar komt de versterker te staan?
- Waar brengen we de luidsprekerzuilen aan?
- Hoeveel luidsprekerzuilen moeten er worden aangebracht?
- Hoe breng ik de bekabeling aan?
- Hoe gaan we de verstaanbaarheid controleren?
- Is de geluidsdruk in de gehele ruimte goed/voldoende?
- Is er een geluidsdruk instelling aanwezig op de luidsprekerzuilen?
- Welke microfoons schaf ik aan?
- Hoe sluit ik een ringleidingversterker aan?
- Hoe leg ik een ringleiding aan?
- Aan welke eisen moet deze voldoen?
- Wat moet de draaddikte van deze ringleiding zijn?
- Hoe controleer ik de opgewekte veldsterkte?
- Voldoet het geheel aan de gestelde Norm ( NVVS )?
- Hoe sluit ik opnameapparatuur aan?
- Ga ik gebruik maken van de oude cassetterecorder of ga ik opnemen op cd of digitaal?
- Waar haal ik het op te nemen signaal vandaan?
- Gaan we de signalen bestemd voor de ringleiding versterker, opname en kerkradio gebalanceerd of ongebalanceerd uitvoeren?
- Waar haal ik het signaal vandaan voor de kerkradio?
- Aan welke eisen moet dit signaal voldoen?
- Moet de microfoon van de predikant tijdens gemeentezang worden uitgeschakeld?
- Hoe moet het volume in de zaal worden geregeld. Doen we dit per kanaal of in z’n totaliteit?
- Waar brengen we deze eventuele voorziening aan?
- Welk type microfoonkabels gaan we gebruiken (symmetrisch of niet symmetrisch)?
- Welke pluggen gaan we gebruiken ( XLR, Jack of cinch)?
Tips, antwoorden en oplossingen:
- Voer de luidspreker leidingen altijd uit in stervorm. Naar iedere LS zuil een verbinding vanaf de versterker unit. Blijkt het later nodig te zijn om bijv. vertraging aan te brengen dan is dit alleen maar gemakkelijk. De bedrading per LS zuil is dan namelijk al aanwezig.
- Maak altijd gebruik van XLR connectoren
- Voer de solderingen zorgvuldig uit
- Werk altijd met gebalanceerde in en uitgangen.
- Werk altijd met goede gebalanceerde microfoonkabels
- Stuur de ringleiding versterker altijd aan met 0 Db
- Stuur de kerkwebradio altijd aan met 0 dB
- Stuur het opname apparatuur altijd aan met 0 dB
- Werk altijd met goede gebalanceerde microfoons
- Zorg er voor dat de geluidsdruk in de gehele zaal 65 dB is
- Zorg er voor dat de veldsterkte in de ringleiding ( lus ) altijd gemiddeld 100 mA/m is
- Leg de ringleiding nooit onder de zitplaatsen, maar doe dit in het looppad of over de vloer rondom de zaal.
- Gebruik als draaddikte voor ringleidingen altijd 1,5 mm ( installatie draad )
- Leg de ringleiding nooit langs metalen buizen of luchtkokers.
- Denk vooral aan de stroomrichting bij meerdere lussen ( twee tegengestelde velden heffen elkaar op )
- Breng de apparatuur bij voorkeur onder in een aparte ruimte. Bijvoorbeeld in een kast.
- Zorg er voor dat de microfoonaansluitingen en dus ook de microfoons zo dicht mogelijk zijn aangebracht bij de versterkerunit.
- Zorg er voor dat de ruimte waar de versterker unit is ondergebracht afsluitbaar is. Op die manier voorkomt u dat er door niet-deskundige personen aan de knoppen wordt gedraaid, met alle gevolgen van dien.
- Probeer voor de dienst even de geluidsinstallatie, want het is en blijft mensenwerk. Op die manier voorkomt u verrassingen.
- Regel bij het maken van opnames altijd in op een niveau in van 0 dB dit geldt voor zowel cassette, cd en dvd.
- Ga één keer per maand de werking van de ringleiding controleren. Hiervoor zijn goedkope apparaatjes in de handel.
- Mocht er een beperkte ringleiding aanwezig zijn, bijvoorbeeld alleen maar in het middenschip, attendeer de gebruikers daar op. Geef dit aan bij de ingang van de kerk of zaal.
- Er moet altijd worden aangegeven dat er een ringleiding in de zaal / gebouw aanwezig is.
- Laat niet een ieder werken met of aan de installatie. De koster / vrijwilliger dient de verantwoordelijke te zijn.
- Streef er naar als er een nieuwe koster / vrijwilliger komt, dat het geheel goed en duidelijk wordt overgedragen.
- Neem iedere klacht serieus, maar raak niet in paniek door bv aan allerlei knoppen te gaan draaien.
Mochten er problemen zijn of ontstaan tijdens of na de montage, dan kunt u altijd een beroep doen op de regio vrijwilliger van de LOK. Zij zijn in het bezit van de nodige apparatuur, worden regelmatig bijgeschoold en zij weten hoe het geheel in de praktijk moet werken. Indien er behoefte is om het geheel na de installatie te controleren, dan kunt u ook een beroep doen op de LOK.